(foto 2052) Hier zien we hoe de seiner Gerard Derksen, op 8 september 1967, vanaf de kruiser Hr.Ms. De Zeven Provincien is overgezet naar Hr.Ms. Karel Doorman. Hij zat hierbij in een speciale stoel voor dit doel. Vermoedelijk is deze stoel afkomstig van de kruiser.
Foto ontvangen van Gerard Derksen.

(foto 2053) Dit is een detailopname van de vorige foto. We zien duidelijk de hoofdlijn A welke gespannen is tussen de twee schepen en door een grote groep trekkers gespannen gehouden wordt. Hierdoor worden de bewegingen van de schepen opgevangen en blijft deze hoofdkabel gespannen. We zien het katrol B welke over de hoofdlijn kan rollen en waaraan de te vervoeren last E hangt. Met de kabel D kan het object naar de kruiser worden getrokken en met de kabel C kan het object naar de Doorman worden getrokken. Als de ene partij trekt laat de andere partij hun kabel vieren. Op deze wijze kan men het object van het ene naar het andere schip trekken.

(foto 3421) Gelijktijdig met olie overgeven wordt hier kennelijk een smaldeel commandant of hoge gast per luxe stoeltje overgezet tussen de Doorman een een bevoorrader. A. de gespannen kabel voor het overzetten, B. de olie aansluiting E-dek (vliegdek), C. de olie aansluiting op het G-dek.
Foto ontvangen van Rinus Verschuren.

(foto 3582) Buiten rechtop staande personen in een zogenaamd ‘broekje’ of in een stoeltje was er ook de mogelijkheid om personen horizontaal over te zetten, zoals patienten vanaf een jager naar de Doorman, welke beschikte over een operatiekamer en chirurg. Niet bekent of hier een gewond persoon wordt overgezet of dat dit een oefening is.
Foto ontvangen van Rinus Nonnekes.

(foto 3582a) Detail uit bovenstaande foto.over te zetten.

(foto 4851) Het overgeven van lichte lasten, in dit geval een bemanningslid, tussen de Karel Doorman en een jager.
Foto ontvangen van Jan van Bavel.

(foto 4851a) Detail van en uitleg over foto 4851. A. de hoofdlijn tussen de Doorman en de jager. Deze heeft een vaste verbinding op de jager en op de Doorman wordt deze strak gehouden door de “touwtrekkers’ op het vliegdek; B. het vaste bevestigingspunt op de jager; C. de overtreklijnen waarvan een van het katrol naar de Doorman loopt en de andere vanaf de katrol naar de jager. Op deze wijze kan de katrol zowel naar de Doorman als naar de jager worden getrokken; D. de afstandslijn welke door twee bemanningsleden van de jager strak gehouden wordt. Via deze lijn kan men op de brug waarnemen of de schepen goed op dezelfde afstand blijven; E. Het beweegbare katrol waaraan het over te zetten bemanningslid hangt.
Foto ontvangen van Jan van Bavel.