BuiltWithNOF
SBD voorkomt SOS tekst

Op deze pagina is overgenomen het tekstgedeelte van de reportage over Hr.Ms. Karel Doorman uit de Katholieke Illustratie van 22 januari 1955 getiteld “S.B.D. voorkomt S.O.S.”. Behoort bij de foto-serie “S.B.D. voorkomt S.O.S.”.

Anker en propeller.

Deel 3: “S.B.D. voorkomt S.O.S.”

     Een oorlog kan zo verschrikkelijk niet zijn, of er worden nieuwe ideeën in geboren voor een eventuele volgende krachtmeting. Zo is in de laatste wereldoorlog gebleken, dat de scheepsbeveiliging, gericht op het voorkomen, bestrijden en herstellen van schade, in de meeste landen niet afdoende was georganiseerd. De Koninklijke Marine heeft deze les ter harte genomen en aan boord van een oorlogsschip als Hr Ms Karel Doorman vindt men nu een tot in de puntjes georganiseerde Scheeps- beveiligingsdienst, kortaf de S.B.D. genaamd. Hij is een verbluffend voorbeeld van doelmatige registratie en samenwerking en beschikt bovendien over een paraatheid, waaraan menige veiligheidsdienst of brandweer te land niet tippen kan.

     De S.B.D. heeft allereerst tot taak het schip onder alle omstandigheden drijvend en gevechtsklaar te houden. En hoeveel innerlijke strijd het ook kost, in bepaalde gevallen zullen enkele mensenlevens opgeofferd moeten worden om de rest van de bemanning voor de ondergang te behoeden. Dit tragische offer kan bijvoorbeeld gevraagd worden, wanneer het schip door een torpedo wordt getroffen. De enige manier om het vaartuig te behouden is dan het bliksemsnel afsluiten van het betrokken compartiment. Als de mensen, die zich in deze afdeling bevinden, niet snel gered kunnen worden, zijn zij gedoemd te verdrinken. Dit betekent niet, dat een mensenleven minder bescherming zou genieten dan het schip. Ook voor de beveiliging van vliegers en opvarenden getroost men zich grote uitgaven.

  Aan boord van Hr Ms Karel Doorman bestaat de reddingsdienst, die het meest tot de verbeelding spreekt, uit een tweetal helicopters en dertien mensen, onder commando van luitenant ter zee vlieger der tweede klasse R. J. van der Harten. De vliegkampschepen zijn oorlogsbodems, die nog slechts een zeer jonge geschiedenis hebben. Hun verschijning op de grote wateren schiep vele problemen. De beperkingen, die het kleine vliegdek oplegt, en de sterke invloed van weersomstandigheden verhogen de risico's van het vliegen. Het neerstorten van vliegtuigen in de onmiddellijke omgeving van het schip behoort tot de gevaren, waartegen men zich moet beschermen. Vroeger hadden de vliegkampschepen een torpedojager of een andere volgboot in hun kielzog, die tot taak had in het water geraakte vliegers op te pikken. Nu de helicopters belangrijk zijn geperfectionneerd, schijnt men het ideale reddingsmiddel gevonden te hebben. Deze merkwaardige toestellen zijn snel, gemakkelijk wendbaar en bewijzen bij een ramp op zee onschatbare diensten. De "zwevende ambulancewagen" kan zonder beïnvloed te worden door de golfslag direct naar de plaats van het onheil ijlen en daar bijna roerloos blijven hangen, tot de redding is voltooid.

     Toen op zekere dag het bevel "Helicopters gereedmaken!" door de luidspreker klonk, werden wij in de gelegenheid gesteld een luchtreisje mee te maken. Met de haast van een onervaren reiziger hadden wij ons zo gauw mogelijk geïnstalleerd in de zetel naast luitenant ter zee H. J.Poestkoke, het ,zwemvest om het lijf gesnoerd en de dikke schijven van een koptelefoon als oorwarmers aan weerszijden van het hoofd.

     De cockpit is ruim en licht, een glazen koepel, waarover de snelle schaduwen van de wentelende draagschroef vallen. Beneden staat een dirigeerder bewegingen te maken alsof hij eieren klutst. Het toerental van de motor wordt op dat sein verhoogd en het toestel schudt op de vier kleine wielen. Na een laatste vlaggesein van de man in het gele vest neemt Delilah een koddig sprongetje, verheft zich boven het vliegdek, schijnt opeens te kantelen en stormt dan scheefhangend in een wijde boog naar het zuiden. Schuin achter het schip betrekken wij onze wachtpost.

     De Atlantische Oceaan glanst en schittert onder het licht van een uitbundige middagzon. Diep onder ons ligt Hr Ms Karel Doorman, het grootste schip van onze marine, omringd door torpedojagers als een kloek door haar kuikens. Uit de lucht gezien is het zeekasteel een onbeduidende, grauwe rechthoek in de zilveren schittering van het onafzienbare watervlak. De gedachte, dat een snelle jager hierop zou kunnen landen, is op deze hoogte bijna absurd. Terwijl de zon ons warm stooft in het glazen huisje en Delilah ons laat wiegen als een zuigeling in een schommelwieg, voelen wij onze bewondering voor de carriervliegers stijgen. Wat moet er zijn omgegaan in de vier vliegers, die op deze reis voor het eerst in hun leven hun kist moesten neerzetten op deze nietige vlek in de wijde ruimte ? Er is hun geleerd, dat zij op de batsman moeten vertrouwen, maar het poppetje, dat daar aan bakboord zo opgewonden staat te gebaren, heeft opeens ieder spoor van autoriteit verloren. Het maakt op deze afstand werkelijk niet meer indruk dan een muisje, dat zich op zijn achterpootjes op een bureaublad verheft. Heel even loopt er een koude rilling over onze rug bij het idee, dat wij met een snelle Seafury als een stormwind op dat kleine platform zouden toesuizen.

     Delilah houdt de wacht en dichter bij het schip hangt ook Cleopatra zich te koesteren in de zon. De ogen van de heer Poestkoke knipperen geen ogenblik tegen het felle licht. Hij staart naar de Doorman en houdt de stuurknuppel losjes tussen zijn vingers. Er cirkelen kleine vliegtuigen om het schip en plotseling is er één, dat de sprong waagt. Het hipt als een speelgoedmekaniekje over het dek en komt met een kleine buiging tot stilstand.

     "Nummer een," zegt onze vlieger. Daarna tuurt hij de hemel af. Opeens is er bij zijn voeten een hand, die een kabel weggrist. Die hand behoort aan een van de twee leden van de helicopterbrigade, die zich hebben geïnstalleerd in de cabine achter ons. Het is een tamelijk ruim verblijf, waarvan de groene bekleding (een geluiddempende stof) doet denken aan een luxe-boudoir. Op de inzittenden van dit "boudoir" rust de taak om bij hulpverlening in samenwerking met de vlieger snel en doeltreffend op te treden, zo nodig langs een kabel of touwladder af te dalen, om een in nood verkerende vlieger bij te staan en de haak van een hijskabel vast te maken aan zijn zwemvest.

     Het zou kunnen gebeuren, dat een neerstortend vliegtuig als een aangeschoten vogel op het water komt te drijven, met in de cockpit een hulpeloze piloot, die zichzelf niet kan bevrijden. In dit geval wordt snel en doortastend optreden gevraagd, voordat de kist naar de bodem zinkt.

     De sergeants en korporaals, die met gele zwemvesten over de borst in hun gecapitonneerde cabine zitten, hebben een intensieve training achter de rug. Zij kunnen eerste hulp verlenen met de genees- en verbandmiddelen, die aan boord zijn. Een rubberboot, draagbaren, een kist met gereedschap, touwen, kabels, een touwladder en andere hulpmiddelen behoren eveneens tot hun uitrusting. Het belangrijkste hulpmiddel om drenkelingen aan boord te krijgen is echter de hoist,een kabel met haak, die met motorkracht opgehesen kan worden, zodat de slachtoffers in een soepel en gelijkmatig tempo omhoogkomen.

     Als er een druk vliegprogramma wordt afgewerkt, betrekken de hefschroefvliegtuigen soms vijf of zes keer per dag hun posten en daarbij mag de waakzaamheid van de inzittenden nooit verslappen. Op de plain-guard (dat is de Cleopatra) rust de taak om direct toe te schieten, wanneer een vliegtuig in zee stort en de stand-by (Delilah) rukt dan op om eventueel te assisteren. Het zijn merkwaardige toestellen, zoals zij daar hangen, met boven zich het snelle wieken van de driebladige draagschroef en op de staart het snelle propellertje, dat bij de besturing niet gemist kan worden.

     Het is nu ongeveer een jaar geleden, dat zij aan boord van de Doorman kwamen. De marineluchtvaartdienst beschikt in totaal over vier hefschroefvliegtuigen. In sierletters staan op hun blauwe cabines de namen van vrouwen uit de oude geschiedenis: Cleopatra, Delilah, Jezebel en Salome. Het begon met Jezebel. Een bezoekster schreef in een speelse bui deze naam op een helicopter en aan de vliegers was het toen wel toevertrouwd niet minder roemruchte vrouwennamen op te diepen voor de rest van het kwartet.

     Verscheidene vliegers danken reeds hun leven aan het snelle optreden van Delilah en Cleopatra. De dood is nog nooit in het spel geweest bij de ongevallen, die op en om het schip zijn gebeurd. Het had echter weinig ge scheeld, of luitenant ter zee vlieger H. J. E. van der Kop was met zijn toestel in de diepte van de zee verdwenen. Als een kist bij catapult- of vrije start in het water terechtkomt, dreigt de vlieger groot gevaar van de zijde van het snel varende schip, omdat hij in vele gevallen recht voor de boeg in zee stort. Dit overkwam ook de heer van der Kop uit Wassenaar, dezelfde man, die nu met zijn filmcamera over het dek loopt om shots van een start te maken.

     Het kielhalen, een onvoorstelbare kwelling, waarbij vroeger een gestrafte, verzwaard met stenen, onder het schip doorgesleurd werd, is afgeschaft. Maar een soortgelijke belevenis behoort tot de ervaringen van deze vlieger. Hij stortte voor het schip in de golven, werd door de Doorman overvaren en kwam pas na ongeveer twee minuten achter het schip weer aan de oppervlakte, als door een wonder gespaard voor een dodelijke klap van een der schroeven. Korporaal Krouwel van de Delilah heeft de redding op zijn naam staan. Hij liet zich zakken, pikte de half bewusteloze vlieger aan de haak van de hoist en bleef zelf op zijn zwemvest in het water ronddobberen, tot Cleopatra hem te hulp snelde.

     Aan deze en dergelijke, minder ernstige gevallen herinneren een reeks poppetjes, met witte verf en een fijn penseel op de cabines van de helicopters getekend. Het zijn kleine, witte mannetjes, die zich vastklampen aan een touw. Delilah had er vijf op haar cabine, toen wij aan boord kwamen, maar op zekere dag kwam een van de mecano's de reeks met twee figuurtjes uitbreiden.

     Op een Zondagmorgen, het was nauwelijks dag, scheen de Doorman een vliegtuig in de start van zich af te schudden. De Avenger maakte een vreemde zwaai en dook naast de neus van het schip in zee. Er waren twee inzittenden. Zij trokken de propjes uit hun zwemvest, sprongen in het water en werden enkele minuten later opgepikt. Nauwelijks een uur daarna zaten zij uiterlijk onbewogen aan de ontbijttafel, terwijl de Avenger op de bodem van de Atlantische Oceaan tot rust kwam.…

     Het carrier-vliegen brengt zekere risico's met zich mee. Verlies aan materiaal is niet te voorkomen, maar het pleit voor het vakmanschap van de vliegers en de doelmatigheid van de reddingsdienst, dat er nog nooit een mensenleven verloren is gegaan. In vergelijking met Delilah heeft Cleopatra tot op heden een rustig leventje gehad. Zij pronkt maar met twee figuurtjes en in één daarvan mag men dan de opgeviste korporaal Krouwel van de Delilah herkennen, die al verscheidene malen zijn moed en tegenwoordigheid van geest heeft getoond. De meeste reddingen werden ook persoonlijk meegemaakt door de commandant van dit deel van squadron VIII, de heer van der Harten. De derde helicoptervlieger -wij noemden de heer Poestkoke reeds - is sergeant Zijlstra. Deze was het, die tijdens ons verblijf aan boord met zijn helpers de onfortuinlijke vliegers uit zee opviste, omdat de dienstrooster hem toevallig die morgen had aangewezen als vlieger van de Delilah.

     Enkele dagen later was deze helicopterbemanning het middelpunt van een kleine plechtigheid in de longroom. Ter herinnering aan die Zondagmorgen werden de twee vliegers, die er met een nat pak waren afgekomen, opgenomen in de "ditching-club". In deze club, waarvan de heer van der Kop president is, zijn allen verenigd, die door de hefschroefvliegtuigen werden gered. Er zijn nu acht leden.

     Ook aan dek is een uitgebreide veiligheidsorganisatie opgebouwd. Nooit ontbreken bij het starten en landen de brandweerlieden, in hun asbestpakken. Zo nodig kunnen zij zich in de vlammen wagen om vliegers te redden. Brand is een groot gevaar aan boord van de Doorman, die grote hoeveelheden olie en benzine meevoert. Ook andere opvarenden zijn daarom in de brandbestrijding geoefend. Wij hebben reeds geschetst, wat er met een vliegtuig gebeurt, wanneer het niet tijdig wordt afgeremd. Het stormt dan met een snelheid, die altijd nog wel rond de honderd kilometer ligt, in de staaldraadversperring. Er klinkt een oorverdovend gekraak, het scheuren van metaal, het roffelen van onderdelen, die naar alle kanten wegspringen. Eén ogenblik is het daarna doodstil, alsof men ademloos wacht op een explosie of het loeien van vlammen. De kist staat met haar neus in de verwrongen barrier en de staart verheft zich hoog in de lucht. Brandweerlieden houden zich gereed, een rijdende kraan zet zich in beweging en een arts reikt als eerste de helpende hand aan de onfortuinlijke vlieger, die gewoonlijk met de schrik vrijkomt. Er is voor hen een speciale arts aan boord, dr W. R. Vermeer, die met een aantal medische hulpkrachten aan dek verschijnt, als de vliegdienst in actie komt. Ook de smaldeelarts dr Kuiters en de scheepsarts dr F. F. W. Kehrer zijn meestal op hun post. Hoewel de vliegers een sterk zenuwgestel hebben en een zekere mate van bravour tonen, zullen zij ook weleens "in de knijp zitten" en innerlijke spanningen zoeken soms een uitweg. Vandaar dat de vliegerarts zich tevens beweegt op het terrein van de psychiatrie.

     Na zo'n ongeluk is het zwaar gehavende toestel ongelofelijk snel opgeruimd. Weldra is het wrak met de lift naar beneden gebracht. Over enkele dagen zal dezelfde Seafury weer startklaar op het platform staan. In de hangar en de werkplaatsen wordt zo nodig dag en nacht doorgewerkt om de kist weer in orde te maken.

     De batsman zwaait weer en alsof er niets gebeurd is, landt  het volgende toestel. Op het eiland staan twee mannen van de fotografische dienst, die films en foto's van de landing maken. 's Avonds zullen deze korte instructiefilmpjes worden vertoond, zodat elke vlieger kan zien, hoe zijn landing is verlopen. Zij leren daardoor fouten vermijden, hetgeen hun kennis en veiligheid ten goede komt.

     Ook onder het dekpersoneel zijn lieden, die hun werk niet zonder veiligheidsmaatregelen kunnen verrichten. Met een onverstoorbaarheid, die van hun moed getuigt, doen de mannen in de catwalks hun plicht.

     Mocht een vliegtuig op hen afstormen, dan kunnen zij zich door een sprong in het vangnet het leven redden. De bediening van de barriers eist een scherpe oplettendheid en snel ingrijpen. Soms gebeurt het, dat een kist op het nippertje de negende of tiende kabel pikt en zo ver doorveert, dat zij toch nog in de eerste barrier zou vliegen. De bedieningsmanschappen moeten dan bliksemsnel de handel overhalen, waardoor de versperring plat op het dek valt en het vliegtuig onbeschadigd blijft. De inzittende pleegt uit dankbaarheid voor dit snelle optreden een kist bier weg te geven! In aanmerking genomen, dat soms wel een kleine vijfhonderd landingen per maand worden gemaakt, valt het aantal ongelukken nog erg mee. Zij zijn nu eenmaal onvermijdelijk, omdat de Doorman een oefencentrum is.

     Er zijn nog tal van andere voorschriften, die de veiligheid van mens en materiaal ten goede komen. Het hart van de reddingsdienst is de centrale van de S.B.D. ergens beneden het vliegdek. Het hoofd van de machinekamer, kapitein-luitenant ter zee van de technische dienst J. H . Schuitema, heeft mede dit werk onder zijn hoede. Hij heeft een van zijn officieren, luitenant ter zee van de technische dienst der eerste klasse L. G. Apol, met de uitvoerende taak belast. Deze is ongelofelijk veelomvattend. In de centrale zijn alle wanden bezet met borden, waarop plattegronden, doorsneden en schematische voorstellingen een overzicht van het schip geven. De dienst is verdeeld over de scheepssecties, die ieder weer een eigen centrale hebben en voorts zijn er tal van posten, die meldingen kunnen doorgeven. Een groot aantal personen is in de S.B.D. opgenomen en oefent regelmatig. Zo kan het gebeuren, dat er een verstikkende rook uit een mangat walmt, wanneer ergens brand is uitgebroken, of dat plotseling alarm wordt gegeven, omdat een torpedo het schip heeft getroffen en zwaar gewonden diep in het schip geholpen moeten worden. De ploegen voor brandbestrijding, medische hulp, de averijploegen en alle andere helpers, die worden opgeroepen, weten direct, wat hun te doen staat. Er is een ingenieus verbindingssysteem opgebouwd met een eigen telefoondienst, die niet afhankelijk is van electriciteit. De S.B.D. heeft de beschikking over een uitgebreid arsenaal van hulpmiddelen, waaronder vijfendertighonderd meter brandslang en een kleine vierhonderd brandblusapparaten. Via de omroep kunnen berichten worden doorgegeven en naar deze omroep luistert men ook herhaaldelijk, wanneer een rookverbod wordt afgekondigd. Zolang het roken over het hele schip verboden is, klinken om de twee minuten de bekende Big-Ben-slagen, die met een gong worden uitgezonden. Is er een rookverbod voor een bepaalde "moot" van het schip, dan geeft het aantal slagen op de gong het cijfer van deze "moot" aan.

     Voor een goede functionnering van de S.B.D. is een uitgebreid registratiesysteem opgebouwd, waarin zelfs alle luiken en deuren hun "stamboeknummer" hebben. Geen luik of deur van een waterdicht compartiment mag openblijven, als in de centrale niet eerst het rode bordje is verstrekt, waarmee dit verlof wordt gegeven. Deze veiligheidsdienst, waarvoor de orders zijn vervat in lijvige boekwerken, kent verschillende graden van paraatheid en wanneer het werkelijk ernst wordt, zijn honderden mensen op hun post voor de beveiliging van het vliegkampschip. De hoofdcentrale is dan als een gonzende bijenkorf, waarin tal van telefonisten hun werk doen en telkens de gil klinkt van een der telefoontoestellen: een schrikaanjagend geluid, veroorzaakt door de bijzondere constructie van 't apparaat.

     Er is geen gevaar, waarop men niet is voorbereid; men kan zowel compartimenten leegpompen als vol laten lopen met water; men is geoefend in het dichten van "splintergaten", veroorzaakt door topedo's, het blussen van branden, het bestrijden van gassen en ontploffingen en alle mogelijke onaangename voorvallen meer, die zich kunnen voordoen. De S.B.D. waakt over het schip en laat dag en nacht patrouilleren om direct te kunnen ingrijpen, wanneer ergens onraad wordt gemeld. En mocht het eens zo ver komen, dat Hr Ms Karel Doorman prijsgegeven moet worden aan het verterende vuur of de duistere diepte van de zee, dan zullen de sloepen en grote vlotten hun diensten moeten bewijzen. Het aantal sloepen is beperkt. Kunnen ook de vlotten niet voldoende drenkelingen opnemen en houvast bieden, dan kan hout betrokken worden uit de opslagplaatsen in de gangen. Aan deze balken en planken kan men zich vastklampen. In vredestijd is een dergelijke ramp uiteraard zeer onwaarschijnlijk. Het feit, dat men niettemin rekening houdt met alle gevaren, die mens, schip en vliegtuig kunnen bedreigen, geeft het leven aan boord van ons vliegkampschip de noodzakelijke sfeer van zekerheid en bescherming.

Naar fotopagina SBD voorkomst SOS

Tekst Werk en ontspanning

 

 

[Home] [Welkom aan boord] [QH-1 1946-1948] [R81 1948-1955] [Scheepsfoto's 1] [Varen en vliegen] [Foto's Varen en vliegen] [R81 1958-1968] [Bemanning] [Vliegdienst] [Reizen & havens] [Gebeurtenissen] [Algemeen]