|
Zoals u reeds kon lezen op de vorige pagina mbt de vliegcentrale, was een geoefende en deskundige dekparty of vliegdek-ploeg van groot belang voor de veiligheid van de vliegers en verdere bemanning op het vliegdek tijdens vliegrol. Verschillende foto’s met daarop bemanningsleden afgebeeld, staan ook onder hoofdgroep “bemanning” (o.a. op vliegdek 5).
(foto 3184) De dekparty poserend voor de Grumman Tracker 164 welke geparkeerd staat ter hoogte van de vliegcentrale. Zittend op de stoelen in het midden van links naar rechts: bootsman Dirk Borsboom, VDO ltz 1 Jan Kernkamp, ltz vlieger en vliegcentrale-officier Jaap de Moor en bootsman Van Klinken.
(foto 3445) Geheel links staande de bootsman Dirk Borsboom met rechts daarvan de VDO ltz 1 Jan Kernkamp met verder de kwartiermeesters ‘marchallers’ van de dekparty.
(foto 1026) De VDO (vliegdekofficier) in actie bij de lancering van een vliegtuig.
|
|
foto 4176
|
foto 4181
|
|
Een ‘marshaller” tijdens het geven van aanwijzingen op het vliegdek.
Dekparty en marshalling.
Je bent beroeps Matroos dekdienst, Kwartiermeester, of zelfs al bootsman. Of je komt op als zee-miliciën en je denkt alleen aan scheepsdiensten. Maar dan opeens sta je in een ploeg met z'n allen op een plat dek en je moet dingen gaan doen met vliegtuigen.... En je hebt nog nooit een vliegtuig echt van dichtbij gezien, of aangeraakt.... En dan weet je nog niet dat dat altijd plaats gaat vinden op een bewegend dek, met veel wind, en heel veel lawaai van vliegtuigmotoren, met malende propellers, en later óók nog eens in het stikkedonker.... En dat alles altijd snel moet gaan, dat er geen ruimte voor fouten is. Dat schreeuwen in die herrie geen effect heeft en dat je dus een gebarentaal leert hanteren, handiger dan een seiner is met zijn vlaggen....
Dan wordt er theorie-les gegeven, alles over de gevaren voor lijf en leden, het doel van de hele operatie en het belang van jouw deel daar in. Dat een vliegtuig op dek nooit 'zomaar' mag staan, maar bijna altijd vastgemaakt moet zitten aan het dek met kettingen, 'lashings', maar tenminste 'geblocked' hoort te staan. Een blokkenpaai heeft een blok, niet een blok als in katrol, maar een metalen stang met twee dwarsgeplaatste, gele, houten uiteinden. Het blok schuift om het vliegtuig-wiel tegen ongewenst verrijden door de altijd aanwezige zeegang. De trekker--en crashkraan chauffeurs, de brandweerpaaien, de liftpaaien, de blokkenpaaien en spiegelpaaien iedereen krijgt zijn taak toebedeeld. De vijf kwartiermeesters en de twee bootslieden leren 'marshallen', arm signalen aan de vlieger geven om te rijden, stoppen en parkeren.
Belangrijk: "jouw bakboord-signaal is voor hém stuurboord, en andersom!” Klinkt logisch, maar je moet het wél doen, en goed! Ze leren ook helicopters netjes naar beneden halen middels armsignalen naar de geplande 'spot'.
Maar je was toch dekdienst?? "Ja", en daarom moet er geoefend worden! Droog, in de haven, overdag en 's nachts. Dan een dag buitengaats op de Noordzee met een paar vliegers die het eerst wat meewarig aanzien, maar die gaandeweg vertrouwen krijgen in de ploeg voor de komende reis.
En dan ben je opeens een Vliegdekploeg!
Aan het hoofd staat een Ltz 1 Vlieger, hier o.a. Ltz Jan Kernkamp, de VDO (vliegdek officier). Het centrale regelpunt voor parkeren, op--en afvoeren en de link tussen de VDO en zijn ploeg was de vliegcentrale. Beheerd hier door Ltz 2 Jaap de Moor, KMR Vlieger, als' walplaatsing', of door een Vliegdienst TD officier.
De serie Parkeren van een Avenger, uit '59, geeft goed aan wat er voor nieuwe 'ervaring' op de Bootsman af kwam. En dit is nog overdag....
Met de Tracker kwam het nachtvliegen. De marshallers werden voorzien van twee staaflampen met een perspex pief er aan. Hun 'Toverstafjes'. Hun gebaren moesten met grote precisie gemaakt worden, want het was altijd erg donker, zonder enig strooilicht van de omgeving. En goed in de gaten houden dat er niet een lamp aan het weigeren was. Want als een vlieger maar één lamp ziet zwaaien heeft hij de neiging het als een commando te zien om van koers te veranderen. De arme man stond dan als een gek met zijn lamp te rammelen en de paai-lampen te vervloeken!
Ging het altijd goed? Neen, maar bíjna wel. Wat kleinere incidenten, 'blikschade'.
De heli 142 had een aanvaring met de voorlift, en Seahawk 126 was opeens niet meer. Zómaar over de dekrand—weg.....
Van 1948 tot 1968 zijn er heel wat onervaren dekmensen opgeleid. Met behoorlijk goed resultaat, gezien de weinige schade die er ooit was. Dat ligt voornamelijk aan de inzet van al deze mannen zelf, iedere dag weer opnieuw. Voor een groot deel dienstplichtig, zoals dat in die tijd was.
Het bedrijf mag er nog steeds trots op zijn!
En u zelf ook!
Tekst Jaap de Moor.
Hieronder meerdere foto’s van het dekparty personeel en foto’s mbt verduidelijking van bovenstaande tekst.
(foto 1917) Hier zien we een Grumman Tracker met veel “lashings”, zowel aan de voor- als achterzijde, aan het vliegdek geborgd staan. Tevens staat deze Tracker ook “geblocked”. 1. de wielblokken en 2 de lashings
(foto 2040) Op deze foto de blokkenpaai Piet Admiraal met wielblok op het vliegdek. Aan de onderkant zien we het touw waarmee het wielblok werd weggetrokken.
(foto 3246) Op deze foto zien we hoe het blok om het wiel werd geschoven.Ook hier zien we links nog het touw aan het blok.
(foto 3545) De blokkenpaaien zoals ze naast hun “kist” op het vliegdek lagen, gereed om op aanwijzing van een “marshaller” het wielblok weg te trekken. 1 de blokkenpaai en 2 de wielblokken. Bij elk vliegtuig lagen dus twee blokkenpaaien, een voor het linker wiel en een voor het rechter wiel..
(foto 3441) De blokkenpaaien van de dekparty. Deze paaien brachten ook de “lashings” aan om de vliegtuigen veilig vast te maken aan het vliegdek.
(foto 3242) Detailopname van een “lashing” vanaf een Grumman Tracker aan het vliegdek. 1. het bevestigingspunt aan de Tracker. 2. de andere haak van deze “lashing” aangehaakt in het “putje” in het vliegdek (zie foto hieronder). 3. het mechanisme om de ketting op te spannen en weer losser te maken bij verwijdering.
(foto 3041) Detailopname van het “putje” (rode pijl) in het vliegdek. Over het gehele vliegdek verdeeld een groot aantal van deze bevestigingspunten. Een holte in het vliegdek met een dwarsstang, gelijk met het vliegdek, waarachter de haak werd bevestigd. Op de meeste foto’s van het vliegdek zijn deze “putjes” nauwelijks zichtbaar.
(foto 3442) De brandweer ploeg.
(foto 3443) De chauffeurs.
(foto 3446) De liftpaaien met geheel links de inzender van de foto’s Gilles Gracia.
(foto 3452) De spiegelpaaien.
(foto 3462) De dekparty in 1959.
(foto 3931) De dekparty bak 36.
(foto 5394) Op deze foto kunnen we goed zien hoe dat parkeren op het voordek verliep. De vlieger in de Tracker rijdt voorzichtig op naar voren op aanwijzing van een “marshaller” (A), een positie zoals omschreven door de bootsman Borsboom. Onder (B) zijn leden van de dekparty bezig met het handmatig opklappen van de ‘choks’ op de voorste rand van het vliegdek. Onder (C) nog enkele leden van de dekparty of mogelijk van de catapultcrew. Onder (D) leden van het VSQ om de borgstangen tussen het vliegtuig en de vleugels te gaan aanbrengen. Dit is een situatie bij daglicht en het is duidelijk dat dit in een pikdonkere nacht even iets anders lag.
|
|
Foto 1
|
Foto 2
|
|
|
Foto 3
|
Foto 4
|
|
|
Foto 5
|
Foto 6
|
|
(foto serie parkeren) Het loodsen van een Avenger naar het voordek door een “marchaller” om aldaar geparkeerd te worden.
(foto 5784) Op de HMCS Bonaventure werd op het voordek de railing opgezet. Op de Doorman gebruikte men als laatste beveiliging de lagere ‘choks’ op de voorrand van het vliegdek.
(foto 0096) Foto van de ‘choks’ op dekrand voor van het vliegdek (opname tussen 1948-1955).
|